LOGBOEK ANTARCTICA

VAN 16 DECEMBER 2004 TOT 04 JANUARI 2005

INHOUD


DAG 01 > DINSDAG 14.12.2004 – ZAVENTEM > SANTIAGO DE CHILE


Hier starten we dus met wat een fantastische reis moet worden. Voorbereid zijn we voor het grote avontuur. Het normale pakket van de reis start pas morgen maar we opteerden een extra nacht in Santiago de Chile door te brengen. Eens zó ver van huis is dit zeker geen overbodige luxe. Buiten de hoofdstad is er nog een plek die mijn bijzondere aandacht trekt…Valparaiso, maar dat is voor later.

Dus opnieuw: dinsdag 14 december. Op tijd melden we ons aan de balie van Iberia (kwestie van goede plaatsen). Hierdoor genieten we van de aangename luxe om in alle rust nog een paar aangename – maar niet echt noodzakelijke – inkopen te doen.

In geval we ze niet op Antarctica zouden ontmoeten…fotografeer ik nu al een schattige ‘pluchen’ pinguïn. Na het instappen brengt een oude airbus ons met vlucht IB3205 naar Madrid. Minder goed nieuws is dat vlucht IB6833 die ons naar Santiago de Chili zou brengen met 2 uur verlaat is. Eén uur van de achterstand werd weliswaar tijdens de vlucht opnieuw ingewonnen (landing in Santiago de Chili om 10:30 uur).

 

BRUSSEL

MADRID

SANTIAGO

 

14-12-04

IB 3205

19:35

21:55

 

 

IB 6833

 

23:50

09:30*




DAG 02 > WOENSDAG 15.12.2004 –SANTIAGO DE CHILE

Na de pascontrole en alle ander formaliteiten die die onontbeerlijk zijn bij het betreden van een vreemd land worden we hartelijk opgevangen door de mensen van C&O, onze plaatselijke agent, wiens attente optreden enorm werd gesmaakt. We maken eindelijk kennis met deze fascinerende megastad aan de ‘Rio Mapucho’ en geprangd tussen de besneeuwde Andestoppen en de Stille Zuidzee.

Tijdens de rit naar het hotel maakte we een eerste kennis met deze overdonderende hoofdstad (en zeker niet meer de hoofdstad van een ontwikkelingsland).  Onze chauffeur en gids voeren ons doorheen de drukke stad langsheen het treinstation. De architectuur van dit imposante gebouw trekt onmiddellijk onze aandacht…inderdaad, we vernemen dat het is ontworpen door een leerling van Gustave Eifel…inderdaad. Het is trouwens opmerkelijk hoe gans de stad – tenminste het gedeelte dat het oude stadscentrum omarmt. Oostelijk van de stad kunnen we – doorheen de traag optrekkende ochtendnevel – het imposante Andes gebergte liggen. Daar ergens vermoeden we de top van de ‘Aconcagua’, het dak van deze bergketen (5959 meter).

Het ‘Intercontinental hotel’ ligt in het financiële en administratieve hart van de stad. Onze hotelkamer (een hoekkamer) kijkt uit op deze rustige week met toch voldoende vitaliteit en keuze biedt aan een gamma leuke, eenvoudige en meer gesofistikeerde eethuizen. Keuze zat. We hebben dan maar een eenvoudige lunch genomen in ‘Pub Lucity’ (what’s in a name). Zeer appetijtelijk, begeleid door een Escudo, een lokaal bier, en dit allemaal aan zeer democratische prijzen.

Na dit smakelijke intermezzo wandelen we naar het dichtstbijzijnde metrostation. Richting Downtown. De metrolijnen zijn eenvoudig (2 grote assen met een paar secundaire lijnen). De metrostations zijn net en zijn allen met mooie fresco’s versierd. Een kraakhelder treinstel brengt ons in geen tijd (8 haltes) en vooral spotgoedkoop naar het oude stadsdeel. We kuieren langs de autovrije winkelstraat naar het compacte en uiterst gezellige binnenstad. We lopen langs de ‘Plaza de Armas’ en brengen een bezoek aan het ‘Moneda Paleis’ en de ‘Iglesia San Fransisco’. Bij het terugwandelen is er geen ontkomen aan en we nemen plaats op een terras op het ‘Plaza de Armas’. De frisse pint ‘Escudo’ is een hemelsgeschenk. Het is hier een ideale plek om rustig de gedempte geluiden van deze wereldstad tot ons door te laten dringen. Voor ons komt een meisje van een achttal jaar zelfgemaakt speelgoed aan de man brengen. Wat zijn we hier weer van huis.




DAG 03 > DONDERDAG 16.12.2004 – VALPARAISO

Zij die me al lang kennen weten genoegzaam hoe mijn hart voor de zee leeft. Eén van mijn objectieven tijdens de reis was – zo mogelijk – Valparaiso te bezoeken. Valparaiso, een oude op mensenmaat gemaakte zeehaven, heeft een naam die klinkt als een klok. Alle nostalgische gevoelens die een oude zeeman kunnen beroeren liggen hier, in het oude havengedeelte kernachtig gebald. Echt een ‘Place to be’.

Dat was dan ook een van de redenen om ons verblijf in Santiago de Chile met tenminste één dag te verlengen. Daarom hadden wij gisteravond in het hotel al een afspraak met onze lokale correspondent in Chili gemaakt. Hij zou ons voor vandaag een ‘van’ met chauffeur-gids ter beschikking stellen.

30° Celsius. Klokslag negen uur (zoals afgesproken) meldde Marcello zich aan de balie van het hotel. Het was prachtig, zonnig weer. Onder een staalblauwe hemel verlieten we – langs de hoofdassen – de stad en zetten koers in westelijke richting naar de ‘Pacifico’. Tijdens het 120 kilometer lang traject toonde Marcello zich een volmaakte ambassadeur van zijn land. In perfect, accentloos Frans (hij studeerde geschiedenis aan de Sorbonne in Parijs) probeerde hij ons enig zicht te geven op de vroegere en huidige politieke situatie van dit land. Eens te meer wordt het dan duidelijk dat alles wat in de wereldpers geschreven steeds gerelativeerd moet worden. Niets is wat het lijkt en een diepere studie van de geschiedenis gezien uit een ander perspectief lijkt méér dan noodzakelijk. Ondertussen rijden we langs de vruchtbare wijngaarden met als centrum ‘Casablanca’. We verheugen ons al op het vooruitzicht straks een lekkere, koele, Sauvignon te smaken. Eens de rand van de hoogvlakte bereikt dalen we vrij snel. De oude haven ligt als een minuscule olievlek verborgen tussen de wanden van een fictief amfitheater. De verweerde kades van deze ‘Port of the People’ met hun verroeste hijskranen gaan gebukt onder de duizenden kleurrijke paalwoningen opeengestapeld op de ‘cerros’ (heuvels) rondom de oude stad.

Boven, op een van de belangrijke heuvels vinden we het huis van de befaamde Chileense poëet Pablo Neruda. Een mooi verblijf, van de straat afgeschermd door prachtige bloemenruikers, een oase van rust met zicht op de oude, bakstenen pakhuizen en de haven omzoomt door de oceaan. Tussen de huizenblokken valt ons oog op de ‘Ascensors’, kale stroken die er glinsterend, als metalen skipistes, bijliggen onder de loden middagzon. Deze ‘ascensors’ blijven – voor de plaatselijke bevolking - al méér dan 80 jaar een ideaal en gemakkelijk transportmiddel. Een heuse klimpartij wordt hen hierdoor bespaard.

Rond het middaguur dalen we naar het oude stadsgedeelte op weg naar Viña del Mar, het ietwat – naar Latijn-Amerikaanse normen – mondaine badplaats waar de meer gegoede stedelingen zich thuis voelen. Verwaarloosde, door palmbomen omzoomde, boulevards leiden ons naar Viña del Mar. Hier geen bombastische lichtreclames en dito casino’s. Geen volle stranden. Geen lawaaierige restaurants, bars en/of cafés. Eenvoud troef. Op het strand liggen een tiental mooie jonge dames te zonnebaden (het is trouwens donderdag en midden in de week.

Met enige tegenzin vatten we de terugrit naar Santiago de Chili aan. Morgen wacht ons de start van het tweede gedeelte van deze reis. Een binnenlandse vlucht naar Peurt Mondt waar we aan boord van het MS Nordnorge zullen gaan. In het hotel wacht ons de laatste taak voor vandaag…inpakken want onze bagage moet vóór middernacht voor de deur staan. We zullen onze koffers pas terugzien in onze hut van het schip, morgenavond.



DAG 03 > DONDERDAG 16.12.2004 – VALPARAISO

‘Een reis is als een persoon, geen twee zijn dezelfde. En alle plannen, voorzorgen, regels en dwang zijn vruchteloos. Na jaren van strijd ondervinden we dat we niet op reis gaan…de reis gaat met ons.’

John Steinbeck (1902-1968)


Na een – opnieuw – voortreffelijk ontbijtbuffet zochten we de bus op die ons naar de luchthaven zou brengen. Tijdens het wachten doodden we de tijd met een bezigheid die elke reiziger tijdens zijn wachttijd al eeuwenlang doet…mensen observeren. We kregen stilaan een mooie staalkaart van onze medereizigers. Elk mogelijk schuldgevoel was ons vreemd aangezien wij wisten dat ook wij ten prooi vielen aan het wetenschappelijk onderzoek ‘mensjes kijken’.

Na aankomst op de luchthaven van Santiago en de onnauwkeurige, want gehaaste, pascontrole (zonder instapkaarten). Stipt volgens planning landde ons gecharterde vlucht en zagen we - even later de - reizigers die het traject vóór ons deden (Westwaarts, van Ushuaia naar Puerto Montt) binnensijpelen. Velen onder hen droegen de mooie rode windjak met het ons ondertussen bekende, in zwarte letters, opschrift ‘Antarctica Voyage of Discovery‘. Binnen enkele uren zullen ook wij de trotse bezitter van zulk kleinood zijn.

Om 12:50 maakte onze mooie, nieuwe Boeing 737 van LanChili zich van het beton van het tarmac los en landde amper 80 minuten later, na een comfortabele, aangename vlucht in Puerto Montt.

18° Celsius. Komende van een broeierige 30° was dit wel even wennen en plensde de eerste regenbui op de grauwe straatstenen. De neerslachtige stad stond in een volmaakt droevige harmonie met dezelfde straatstenen. Op een hoogte, tijdens de stadsrondrit, ontwaarden we het MS Nordnorge aan de kade liggen. MS Nordnorge, onze toekomstige ‘thuis’ voor de volgende twee weken.

Terug in het oude stadsgedeelte kuieren we langs de straten die langzaam opdrogen en wordt onze aandacht getrokken door de gevelafwerking van de oude huizen.

Gekleurde, houten singels bedekken elkaar overlangs en vormen dusdanig een niet-waterdoorlatend schild. De kerk is volledig in hout opgetrokken en geeft bij het betreden een aangenaam en warm gevoel. Dit sentiment wordt zeker versterkt door het – voor ons normaliter – grote aantal kerkgangers en het ontdekken in een zijdelingse nis de pleisteren afbeelding van de in Lourdes verschenen Maagd.

Terug buiten in de ‘Calle Mayor’ namen we de moeite om nog een paar kleine doch noodzakelijke inkopen te doen. Hechtpleisters, een kam en zuigtabletten (om een opkomende kriebel in de keel in de kiem te smoren). Opnieuw begint het te regenen maar we weigeren pertinent een paraplu te kopen, we verbieden onszelf deze vernedering te ondergaan. Wat komen moet zal komen.

De bussen die ons naar het haventje - waar het MS Nordnorge aangemeerd ligt – brengen hebben een strikt schema te volgen. Om de 10 minuten mag een andere bus zijn passagiers aan het schip afleveren (wat geen overlast of overrompelingen bij het inchecken teweegbrengt). Zo kan onze bus pas om twintig vóór zes aan de kade arriveren. Dit gegeven biedt ons de kans een bezoek aan de lokale, overdekte markt te brengen. Hier vinden we alleszins geen toegevingen aan de toeristische industrie (gericht op de massaproductie) maar wel producten voor eigen gebruik en een paar eenvoudige souvenirs (zoals poncho’s, leder zilver en zeker niet te vergeten de lokale, diepblauwe ‘Lapislazuli’. Ikzelf kon niet nalaten een mooie, lederen 'Stetsun' hoed te kopen.

Om 17:40 uur is het zover. We kunnen inchecken. Een digitale foto wordt van elke passagier genomen en morgen krijgt iedereen zijn persoonlijke plastic ID, samen met een ‘CruiseCard’ aan een ‘houwtouw’ (je weet wel, die kleurrijke linten die om de hals worden gehangen).

Een ‘FeelHome’ gevoel is nooit ver weg bij het betreden van onze compacte maar gezellige U2-656 hut op dek 6. Vanaf dan volgen de noodzakelijke handelingen en activiteiten elkaar op. Vooreerst bespreken we bij het hotelmanagement onze ‘seating’ en onze tafel (die zullen dezelfde blijven voor de rest van de zeereis). Daarna om 19:30 uur krijgen we een briefing in de panoramische ‘Torghatten Lounge’ waarna verondersteld worden dat we alles weten (!?). En inderdaad, even later volgt de obligate alarmoefening zodat iedereen – in geval van… - zijn ‘Musterstation’ kent. En dan volgt het langverwachte, rijke en gastronomische ‘DinnerBuffet’ (voor deze maaltijd wordt nog geen gebruik gemaakt van de gereserveerde tafels zodat iedereen kan plaats nemen waar hij maar wenst). Rond 21 uur beleven aan dek een – de hemel is opnieuw uitgeklaard – een magnifieke zonsondergang. Omstreeks 23 uur wordt het anker gelicht en neemt het schip stil afstand van de aftandse kademuren. Even later ligt Puerto Montt definitief achter ons. Dit is genieten aan 140 kilometer per uur (het kan en zal alleen maar beter worden).



DAG 05 > ZATERDAG 18.12.2004 – CASTRO (EILAND CHILOË)

‘Ik kan het reizen niet laten, ik drink het leven tot de droesem. En al die tijd heb ik enorm genoten…’

Tennyson, Ulysses


06:30 uur – De kapitein en de officieren op de brug beginnen hun manoeuvre voor het binnenvaren van de haven Castro (op het eiland Chiloë). Nog vóór het ontbijt – wat voorlopig nog even kan wachten - begeven we ons op het dek. De lichte zeebries doet de omgevingstemperatuur tot 15° Celsius doet dalen. De volgende twaalf dagen zit er zeker geen verbetering in.

Na het ontbijt wordt door de bemanning alles in gereedheid gebracht om aan wal te gaan. Aangezien de aanlegsteiger van dit kleine vissershaventje in een zeer labiele toestand verkeert en het schip geen onoverkomelijke schade aan het bouwwerk wil berokkenen worden we voor de eerste maal aan wal gebracht met een ‘PolarCirkel boat’. In het kalme water van deze rustige baai is dit een uiterst geschikte oefening voor wat later zal komen (de woelige wateren van Antarctica zullen nooit deze sereniteit benaderen).

We nemen geen deel aan één van de drie georganiseerde excursies en geven, tijdens het vrij verblijf, de voorkeur aan een bezoek aan het kleine, eenvoudige maar gemoedelijke havenstadje te verkennen. Het eiland is bekend voor zijn traditionele houten kerken en op het centrale plein boven de haven vinden we een prachtig intact gebleven exemplaar van zulk gebedshuis. De mensen – onmiskenbaar van indiaanse afkomst - lopen ons ongedwongen en vriendelijk voorbij. Een korte, bijna niet op te merken, knik met het hoofd gaat gepaard met een minuscule glimlach. Hoewel ze druk met hun eigen werkjes bezig zijn krijgen we wel de indruk van…wij zijn welkom! Tijdens onze klim naar het hoger gelegen stadsdeel lopen we langs de meest bizarre uitstalramen waar de meest onwaarschijnlijke spullen verkocht worden. De winkelruimtes achter deze vitrines liggen volgestouwd met (tweedehands!?) spullen zoals, verroeste nagels, punt bh’s, gasfornuizen uit de jaren vijftig, verschoten voetbaltruitjes, kurkentrekkers en…de onvermijdelijke, nimmer afwezige, kerststalletjes en aanverwante -versieringen. Straathonden, blind en schurftig scheefgegroeid, liggen voor de plaatselijke ‘Mercado’ gelaten te wachten tot een – wie weet – hapje wordt toegeworpen.

Boven, op het hoogste punt van de heuvel komen we op de ‘Plaza de Armas’, de centrale plaats van de stad. Zonder twijfel ook de wijk waar de gegoede burgerij zijn woonst heeft. De gevels van de lokale bank, openbare gebouwen en de patriciërswoningen zijn in mooie, zachte pasteltinten geverfd.

Op elke hoek van het park voor de kerk liggen nog twee kanonnen op hun affuit naar het oosten (de zee-engte) gericht. Het afschrikken van mogelijke piraten of de armada van vijandelijke naties zou nu onmogelijk zijn. Een (super?) mercado en het gebouw van de lokale post staan vlak in het schootsveld van beide kanonnen.

Terug aan de kade, waar oude vissers hun netten op ambachtelijke wijze herstellen, lopen we langs de typische ‘Palafitos’. Deze felgekleurde houten paalwoningen (meestal roestbruin geschilderd) worden bewoond door hele vissersgezinnen of werden ingericht als typisch restaurant waar men altijd voor een overheerlijke ‘Curanto’ (een gerecht van zeevruchten) terecht kan. Vóór het middagmaal besluiten we – als aperitief – een biertje in één van deze eethuisjes te gebruiken. In de gelagzaal vinden we Sandor, onze ‘Maître D’hôtel’ in een rustig gesprek met een jonge dame. Later vernamen we uit de mond van Sandor, die zelf afkomstig is van Valparaiso (120 kilometer ten westen van Santiago de Chile), dat hij om de twee weken – wanneer het MS Nordnorge in Castro aanlegt - met zijn zuster, die op het eiland woont, afspreekt. Zeker voor zijn zus, die getrouwd is met een echte Chiloot, is dit dé gelegenheid om haar broer regelmatig te ontmoeten. Het vertellen waar dis de legende van de ‘Caleuches’, een spookschip dat alle verdronken zeelieden aan boord neemt en hen voor eeuwig gevangenhoudt.

Langs de kade, ‘the Boulevard’, genieten we van het levendige straatleven en vinden er de overdekte ambachtelijke markt waar alles – wat van levensbelang voor de bewoners is - te koop wordt aangeboden. Bijvoorbeeld zijn hier prachtige poncho’s, tapijten, mutsen en wanten (tegen schappelijke prijzen) te verkrijgen. Enkel het dwangbeeld van overtollige bagage bij de terugreis weerhoudt ons ervan nog méér aankopen te doen. Aan de kade langs de straatzijde staat een rij met landbouwers die de schamele teelt komen aanbieden. Enkele van de meer belangrijkste verbouwers zitten op witte balen aardappelen (Chiloë levert het leeuwenaandeel van de fameuze indiaanse zoete patat).

Via de kleine bootjes wordt nieuw materiaal aangevoerd, weer andere vaartuigen vertrekken huiswaarts met hun aankopen. Het zijn niet alleen groenten die hier van eigenaar veranderen, ook bijvoorbeeld meubelen worden aan boord gehesen.

Bij het terug aan boord gaan worden onze ‘PolarCirkel boats’ bijgestaan door plaatselijke tenders en zijn de wachttijden aanzienlijk verminderd.

Na de lunch wordt omstreeks 15 uur het anker gelicht en varen we dooreen de archipel (gevormd door de Guitecas eilanden) langs de golf van Corcovado en Coihaique).

Om 15:30 uur volgen we de lezing van Franz Gingele: ‘An Introduction to Patagonia and Tierra del Fuego’.

Rond 19 uur bereiken we meer open zee en krijgt het schip ernstige deining en zal zijn hoogtepunt rond 21 uur bereiken. Bij het aan tafel gaan om 20:15 uur blijven verschillende stoelen onbezet… de eerste tekenen van zeeziekte bij sommige passagiers.



DAG 06 > ZONDAG 19.12.2004 – CHACABUCO, PUERTO AYSEN & SIMPSON RIVER VALLEY

‘Wij wensen dat de Indianen behandeld worden als onze vazallen van de Castiliaanse Kroon, want dat zijn ze ook.’

Karel V

05:00 – we worden gewekt door de eerste schemering. De zon laat zich enkel vermoeden achter een lichte waterige ochtendnevel. Rond 08:30 – het is bewolkt, hier en daar ontwaren we blauwe lucht. Ook voor de rest van de dag ziet het er niet schitterend uit. De temperatuur is opnieuw gedaald naar 10° Celsius en de windsnelheid bedraagt 2 Beaufort. Langzaam doch accuraat worden de manoeuvres voor het aanleggen perfect uitgevoerd. De haven van Chacabuco ligt aan de oostkant van een smalle fjord en beschikt over een aanlegkade en hoeven we dus niet meer aan land te gaan met de ‘PolarCirkel Boats’ . Vóór Ushuaia, binnen ongeveer twaalf dagen is dit de laatste maal dat we op een normale manier via de ‘gangway’ aan land zullen gaan. In onze nabijheid – voor de rede – ligt het cruiseschip ‘MS Europa’ van Hapag Lloyd.

Vandaag wordt ons de kans geboden nader kennis te maken met het fascinerende land achter deze mysterieuze flanken ven de Chileense fjorden. Een geplande excursie, naar de ‘Simpson River Valley’ brengt ons naar dit bovenzinnelijke land van meren, watervallen, gletsjers en markante landschappen.

Onderweg houden we halte in Puerto Aysen. Het centrum van deze nederzetting wordt gekenmerkt door rechtlijnige - als met een liniaal getekend – stratenplan. Aan de kant van de hoofdas met zijn houten woningen staan verhakkelde en oude autowrakken geparkeerd. Het lijkt een mirakel maar elk van deze kaduke voertuigen blijkt nog volkomen rijwaardig. De inwoners die niet over dusdanig vehikel beschikken banen zich een weg met een verroeste fiets. Buiten het centrum, aan de andere oever van de rivier treffen we het kerkhof en zoals gewoonlijk in spaansprekende landen worden de stoffelijke overschotten bovengronds begraven. De graven worden niet onderhouden en legt men plastic bloemen op de met onkruid overwoekerde tombes. Maar eens per jaar -  op Allerheiligen dat nog steeds de voornaamste dag om hun doden te herdenken is - en worden de graven met echte bloemen versierd.

Cascada la Virgin en Camping San Sebastian (botanisch park). Samenloop van de Rio Simpson en de Rio Man(j)ihuales (uitmondend in de Rio Aysen). Gedeeltelijk traject op de kiezelroute ‘Carretera Austral’ (verbinding tussen Puerto Montt in het noorden en ‘Villa O’Higgins’ in het zuiden. We hebben wel een beetje het ‘thuisgevoelen’. Ik bedoel hiermee dat vele plantensoorten ook bij ons zeer goed gedijen. Eens thuis moet ik de ligging van deze streek en Vlaanderen dieper bestuderen. Ik meen hier vele gelijkenissen te vinden (flora, vochtigheid, grondsoort, enz…).

14:00 – Vertrek van het schip, richting ‘Golfo de Penas’ (Gulf of Sorow) en Puerto Edèn.

15:15 – Lezing over de excursies in Punta Arenas. We beslissen aan geen enkele van deze optionele excursies deel te nemen en opteren voor een rustig (!) stadsbezoek aan Punta Arenas. Gans de namiddag blijft het grijs en overtrokken weer. De fjorden komen ons bekend voor. Niet tegenstaande we graag de zon en uitgeklaarde hemel hadden gezien geeft deze grijze atmosfeer iets onverklaarbaars aan dit grootse landschap.

15:45 – Lezing: ‘The Fueguians’ (Eng), door Maurice Van der Maele (geboren Chileen uit Belgische ouders).

20:15 – Diner. Tafel 27.

21:00 – Wind steekt vrij plots op. Het schip begint te stampen en te rollen.

22:00 – We verlaten de tafel en ik maak nog een wandeling langs het promenadedek. De regen is zacht, de wind echter maakt me duidelijk dat het menens wordt. De nacht is nog niet volledig gevallen hoewel het – ten overstaan van gisteren – minder licht is. Een paar overmoedige (een drietal) ontmoeten elkaar op het promenadedek, net onder de brug. Ongeveer twintig graden bedraagt het verschil tussen het hoogste en laagste punt van de voorplecht. Het schip zit nog steeds op koers voor ‘Golfo de Penas’ (Gulf of Sorow) en Puerto Edèn.

De aankomst in Puerto Edèn wordt voorzien om 15:00 morgen (maandag 20 december).

23:00 – Logboek wordt gesloten.



DAG 07 > MAANDAG 20.12.2004 – PUERTO EDÉN

Columbus… Hij volbracht een meest roemrijke zaak op zo’n wijze dat zijn naam nooit vergeten zal worden.’

Gomara


05:00 – Bij de eerste klaarte is de wind gaan liggen en stopte het deinen van het schip geleidelijk. Of het is dichte mist of de wolken raken echt het waterpeil. Hopelijk is het mist en kunnen we verder van deze dag genieten.

10:30 – De wind steekt opnieuw op, 8 Beaufort en 11° Celsius. We bevinden ons op de volgende coördinaten - latitude 48° 46.52 South, longitude 074° 25.10 West. Vaarrichting is 182° en snelheid 13.2 knopen.

11:00 – Lezing: ‘Flora Chilensis – an ecological approach’ (Eng), door Rudolf Thomann.

12:00 – Lezing: ‘Birdwatching – Introduction’ (Eng), door Manuel Marin.

12:15 - We passeren het wrak van een oud, verroest cargoschip het ‘MV Capitain Leonidas’ in het ‘Canal Mesier’, ten noorden van het ‘Angostura Inglesi’. Het schip (geladen met suiker) liep in de jaren zestig op een zandbank. Kwatongen beweren dat dit – om de verzekeringen op te lichten - een opgezette schipbreuk betrof. Even later vaart onze getrouwe MS Nordnorge door dezelfde zee-engte, ‘Angostura Inglesi’.

De wind heeft in hevigheid afgenomen en bedraagt nu nog 3 Beaufort. (snelheid van 20 knopen).

Om 13:00 gaan we voor anker in Puerto Edén waar we met de ‘PolarCirkel boats’ (wij zijn ingedeeld in groep 10) aan wal gaan. Puerto Edén is een van de meest fascinerende plaatsen die ik ooit heb gezien en is gelegen in het nationaal park ‘Bernardo O’Higgins. Planken stoepen verbinden alle gebouwen (oppassen bij nat weer!). Het is een kleine nederzetting met kleine gammele huisjes in hout en metalen platen. De mensen leven er van de povere visvangst. Wanneer alle reizigers aan wal zijn brengen dezelfde ‘PolarCirkel boats’ de jonge indianen van het dorp aan boord waar ze niet gebruikte kledij meekrijgen. Een schip verzorgt de verbinding met Puerto Natales, anderhalve dag varen richting zuiden. Men vermoedt dat Puerto Edén (gesticht in 1960) een politieke zet is geweest, namelijk tussen Puerto Chacabuco in het noorden en Puerto Natales in het zuiden (3 vaardagen) geen enkele bewoond punt was. Aangezien men steeds wantrouwig staat ten opzichte van hun westerse broer, Argentinië, was dit de uitgelezen plek om in dit landsgedeelte present te zijn. Trouwens, er wordt gezegd dat de inkomsten voor de bevolking hoger liggen dan de uitgaven. Opmerkelijk is wat Hurtigruten hier voor de lokale bevolking. Telkens het schip aanlegt (en dit 8 keer per jaar) worden 18 kinderen aan boord gebracht. De leeftijd van deze kinderen varieert van pasgeborenen tot het oudste, 6 jaar) Terwijl onze passagiers aan wal zijn worden deze kinderen hier vertroeteld. Ze krijgen een rondleiding op het schip, lekker pizza’s te eten en wat men uit de shop niet meer verkocht krijgt wordt hen – via een officieel organisme overhandigd. Zo wordt ook de plaatselijke school enorm ondersteund. Dit is dan ook het meest moderne gebouw van het eiland en is uitgerust met een paar moderne computers. Na onze vraag aan onze expeditieleider, Thomas Holik, kwam een volgende mogelijkheid ter sprake. Wij zouden deze mensen op een zeer humane en niet vernederende manier kunnen helpen en tevens een technisch probleem voor onszelf oplossen. Heel graag kom ik hier later op terug.

Om 18:00 lichten we het anker en vertrekken verder zuidwaarts.

20:15 – Dinner. Tijdens deze, opnieuw perfecte, maaltijd zien we plots aan bakboord verschillende schimmen uit het water springen, duiken en drietal meter (?) opnieuw jumpen. Blijken dit geen hersenschimmen, vliegende vissen of andere nonsens te zijn…maar wel op vis jagende zeehonden te zijn. Een afsluiter om u tegen te zeggen.



DAG 08 > DINSDAG 21.12.2004 – ESTRECHO DE MAGALLANES


‘De Spanjaarden die dit imperium hebben ontdekt zullen meer gewaardeerd en meer besproken worden in de toekomst, eerder dan in deze tijd waar het werk van het ontdekken belangrijker geacht wordt dan de veroveringen of de veldslagen met de Indianen.’

Cieza de León


21 december. Hier begint de zomer. Dit wil zeggen dat vandaag de langste dag is en vanaf nu de dagen terug korten. Het voordeel hiervan is het besef dat thuis de winter begint en dus duidelijk de nachten korter worden.

07:45 – 12° Celsius. 2 Beaufort. Gedeeltelijk bewolkt.

Liggen voor anker recht voor de Skua gletsjer en blijven hier tot 08:45.

Van hieruit varen we verder naar de Shoal Passage en het Smith Channel.

09:30 – Lezing ‘Europeans in Tierra del Fuego’ (Eng), door Maurice Van de Maele (geboren Chileen uit Belgische ouders.  Prachtige lezing of…hoe – in die tijden – stadslegenden ontstonden.

Zo is de betekenis van Patagonië ‘Het land van de mensen met de grote voeten’, Door de gevonden voetafdrukken ging men ervan uit de indianen op deze plaats een grootte van ongeveer 4 meter bereikten, het was maar een stap verder om te denken dat deze indianen – gezien hun grootte en sterkte – dan ook menseneters waren. Zo is er eveneens het verhaal van de Engelse missionaris. Deze missionaris (behorend bij het schip ‘Beagle’ verzorgde een eredienst. Om een andere opdracht te vervullen besliste de kapitein om de missionaris de volgende dag bij hun terugkomst de missionaris opnieuw aan boord te nemen.

Hun verbazing was ’s anderdaags groot die de bemanning de missionaris naakt en in panische angst op het eiland zagen rondrennen. Wat was er gebeurd? De indianen dachten dat de arme man door de Engelsen in de steek was gelaten en aan zijn lot overgelaten. Zoals die erbij loopt kan hij hier nooit overleven…dachten deze indienen, daarom werd  de arme man volledig uitgekleed en werd zijn baardhaar verwijderd en werd hij met vet ingesmeerd. Het is maar een kleine stap om de link met kannibalisme te leggen.

15:00 – Lezing: ‘Latitude, Longitude and other Mysteries’ (Eng), door Ian Stone.

17:10 – Shoal Passage. We varen langs het wrak van de gezonken ‘Santa Ledonore’.

18:30 – Doorgang van de ‘Straat van Magellaan’. Gedurende een vol uur hebben we open zee aan stuurboord.  Hevige westenwind beukt op de rechterzijde van het schip (waar ook onze cabine is gelegen).

18:45 – Terwijl het schip voortdurend slagzij maakt neem ik op de achterplecht van dek 6 een Jacuzzi. Heerlijk.

20:15 – Dinner. Second seating. Het valt ons op dat verschillende stoelen in het restaurant onbezet blijken. De eerste tekenen van zeeziekte manifesteren zich.

21:30 – Even verpozen op dek 7 in de ‘Vestfjorden Salong’ met een lekkere Tulimore Dew.

Ondertussen hadden we, dankzij de introductie van de hotelmanager Henry Eriksen, een praatje met kapitein Arvid Hansen.

22:45 – Nog even positie nakijken. We bevinden ons momenteel op de volgende coördinaten - latitude 53° 28.89 South, longitude 072° 43.01 West. 5 Beaufort (8 m/s = 28,80 km/uur) en 12 ° Celsius. Vaarrichting

124° en snelheid 15.5 knopen.

23:00 – Nog steeds is de duisternis niet volledig. Dat belooft voor wat we binnen een paar dagen zullen meemaken. Ondertussen hebben we drie dagen onafgebroken door grijze luchten en regenbuien gevaren. En toch geven deze natuurelementen iets mysterieus aan het landschap… iets erotiek. Wat blijft er achter deze sluiers van nevels en regenslierten verborgen. Waar wonen deze paar mensen die we dagelijks met hun bootjes een ketting zien vormen en ergens naartoe trekken. En waarom? Dit seizoen is het einde van de vangst op de ‘King Crabbs'. Tijdens het seizoen brachten de kleine bootjes hun vangst (vanuit de netten) naar de moederboot, keerden terug, ledigden hun netten en brachten opnieuw hun vangst naar de grotere boot (die als collector dienst deed). Nu het seizoen voorbij haakten alle vissers hun schuit aan de grotere vissersboot en keerde iedereen terug naar hun eigen thuis. Een mooi verhaal waar we in het begin alleen maar naar een mysterieuze uitleg konden aan geven.



DAG 09 > WOENSDAG 22.12.2004 – PUNTA ARENAS

‘Tafelen met een gletsjer op een zonnige dag is heerlijk en feestmaaltijden van vlees en wijn betekenen niets meer, de gletsjer eet bergen en drinkt zonnestralen.’

John Muir


06:50 – Aankomst in Punta Arenas (in plaats van 08:30). Dank zij het schitterende weer vannacht.

Wolkeloze blauwe hemel. Mijn vermoeden (of hoop) dat de hevige winden bij het binnenvaren van de ‘Straat van Magellaan’ de wolken zou verjagen is bewaarheid.

10° Celsius, 3 Beaufort (7m/s = 25,20 km/uur).

Punta Arenas telt140.000 inwoners en is – voor haar situatie – een vrij grote stad. De haven wordt zowel gebruikt voor vrachtvervoer, de armada als passagiersvervoer. Dit is de uitgelezen gelegenheid onze kleine souvenirs voor het thuisfront aan te schaffen.

15:00 – Lezing: ‘Terra Australis – The discovery of Antarctica’ (Eng), door Jim Carlinghause.

17:00 – Lezing: ‘Magellan and his strait’ (Eng), door Ian Stone.

Vanmiddag werden we, privé, in de vertrekken van kapitein Arvid Hansen (Noorwegen) ontboden. Wij hadden een zeer aangename keuvel over toerisme, zeevaart en verbonden zielen. De aangeboden koffie met gebak was uitstekend. Na een bezoek aan de brug en een kleine drie uur later en de belofte dat we ten allertijden hem op de brug konden bezoeken namen we uitgebreid van de kapitein en zijn staf afscheid.



DAG 10 > DONDERDAG 23.12.2004 – KAAP HOORN

‘Mannen gezocht voor gevaarlijke reis, laag loon, hevige koude, maandenlange nachten, voortdurend gevaar. Veilige terugkeer weinig waarschijnlijk. Eer en erkenning in geval van succes.’

Sir Emest Shackleton


06:45 – We bevinden ons momenteel op de volgende coördinaten - latitude 54° 56.20 South, longitude 069° 12.54 West. 5 Beaufort (8 m/s = 28,80 km/uur) en 12 ° Celsius. Vaarrichting 112° en snelheid 15.0 knopen.

We varen langs verschillende, prachtige gletsjers. Ze hebben allemaal namen van Europese landen (waaronder ook België). De lucht blijft volledig overtrokken met soms een blauwe sliert lucht. De temperaturen blijven rond de 14° Celsius zweven.

10:30 – Verplichte lezing: ‘IAATO Guidelines’ (International Association Antarctica Tour Operators).

15:30 – Lezing: ‘Penguins: The name and naming’ (Eng), door Manuel Marin.

18:00 – Kaap Hoorn wordt bereikt. Alles wat over deze doemplek wordt gezegd blijkt – hoewel het weer voor deze plaats heel normaal blijkt – bewaarheid. Aan land gaan – wordt gevreesd - zal niet lukken. Een ’PolarCirkel boat’ wordt, met twee bemanningsleden, naar de kaap gestuurd. Het lijkt te risicovol om de passagiers in deze weersomstandigheden aan wal te laten gaan. Jammer…wat had ik graag voet op deze mythische plek gezet. Om ons enigszins het echte gevoel te geven beveelt de kapitein ‘de kaap te ronden’. Zoals vele helden uit de zeevaartgeschiedenis varen wij vanuit het oosten (de Atlantische oceaan) via het zuiden naar het westen (de stille Zuidzee). Ik geef toe, dit manoeuvre was indrukwekkend.

19:05 – We verlaten kaap Hoorn (volgende coördinaten - latitude 56° 00.17 South, longitude 067° 13.62 West. 7 Beaufort (15 m/s = 54 km/uur) en 12 ° Celsius. Vaarrichting 63° en snelheid 16.9 knopen. Er wordt een sterke wind (10 Beaufort) verwacht. Volgens planning moest onze loods hier opgehaald worden, wat niet gebeurde. Resultaat: ons schip neemt terug richting Noord-Oost-Oost (wat resulteerde tot varen in kalmere waters) waar de loods omstreeks 22:30 zal opgepikt worden. Toch een aanzienlijk tijdsverlies van 4 uur varen.

23:00 – Duisternis is nog steeds niet gevallen.

 



DAG 11 > VRIJDAG 24.12.2004 – DRAKE PASSAGE

‘Land, gedoemd door de natuur tot eeuwigdurende koelheid zonder ooit de warmte van zon’s stralen te voelen, wiens vreselijk en woeste wezen ik met geen woorden kan omschrijven; zo is het land dat wij ontdekt hebben. Wat mogen we dan verwachten van het land dat nog meer naar het zuiden ligt? Want we mogen redelijkerwijs veronderstellen dat we het beste gezien hebben omdat het meer naar het noorden ligt. Wie het ook moge zijn die de vastberadenheid en het doorzettingsvermogen heeft om dit vraagstuk op te lossen door verder te gaan dan wij gingen, de eer van de ontdekking zal ik hem niet benijden maar, om er geen doekjes rond te winden, de wereld zal er niet beter van worden.’’

Captain James Cook, February 1775


 

04:00 – Volledige klaarte. Open hemel.

Wat gevreesd werd is bewaarheid. De aangekondigde windkracht van 10 Beaufort is er gekomen rond middernacht en later in de nacht nog in hevigheid toegenomen

Wat mij betreft…ik heb een prima, rustige, rustgevende nacht beleefd. Denise vertelde mij na het ontwaken dat alles van de kasten was gevallen. In de badkamer stond niets nog op zijn plaats. De bureaustoel stond – als door telekinese 3 meter verder geplaatst. Het was blijkbaar een onheilspellende nacht. Maar ik heb er niets van gemerkt.

08:30 – Schitterend weer. Open hemel en volledig zonnig. Onze situatie: - latitude 57° 26.34 South, longitude 064° 48.93 West. 8 Beaufort (19 m/s = 68 km/uur) en 6 ° Celsius. Vaarrichting 159° en snelheid 15.6 knopen.

10:00 – Lezing: ‘Pre-Landing briefing for Yankee Harbour and Whaler’s Bay’ (Eng).

Voor de rest was het vandaag een rustige dag aan boord. Ideaal om onze papieren te schikken en ergens orde op zaken te stellen (alle details van onze reis opzoeken, ordenen en bruikbaar maken om door te geven aan eventuele volgende brochures en/of lezingen). Voorwaar geen overbodige luxe maar een nuttig intermezzo.

16:30 – Glühwein – aangeboden door de Staff.

20:15 – Kerstdiner.

Iedereen werd door de kapitein en zijn Staff verwelkomd. Met een welkomstdrankje in de hand wenste hij ons een zalig kerstfeest. Opmerkelijk was daarna het feit dat de kapitein de nadruk legde op het ware gegeven van kerstmis, namelijk de geboorte van Jezus en las daarom het kerstevangelie in het Engels en het Duits voor. Tussen de opgefokte sfeer (lichtgevende oorringen, kerstmutsen, elektrische lichtjes, en andere kitscherige rommel) van de Amerikaanse en Australische burgers ging van dit gegeven een rustgevende invloed uit. Vóór aan het overheerlijk buffet te beginnen werd een sober kerstlied door het restaurantpersoneel gegeven (ik denk dat het Filipijns kerstlied betrof). Het was een sobere maar – zo ver van huis – diep rakend kerstgebeuren.

22:35 - Onze laatste situatie voor vandaag: - latitude 60° 39.03 South, longitude 061° 18.90 West. 7 Beaufort (15 m/s = 58.8 km/uur) en 8 ° Celsius. Vaarrichting 136° en snelheid 15.8 knopen.



DAG 12 > ZATERDAG 25.12.2004 – YANKEE HARBOUR - DECEPTION ISLAND

‘…ik moet weer de eenzame oceanen en de hemel opzoeken, en al wat ik vraag is een stevig bezeild schip en een ster om haar te leiden, het gestamp van het roer, de wind die zingt en het schudden van het witte zeil, de grijze mist over het gezicht van de zee, en het aanbreken van de grauwe ochtend.’

John Mansfield (from Sea Fever)


07:45 – We liggen voor anker in Yankee Harbour op Greenwich Island. Zonovergoten weer.

Onze coördinaten zijn de volgende latitude 62° 31.50 South, longitude 0599° 47.90 West. 4 Beaufort (6 m/s = 21.6 km/uur) en 2 ° Celsius. Het Vaartuig ligt stil.

09:00 – Meeting met bespreking van het programma voor morgen.

11:00 - We gaan aan land met onze getrouwe ‘PolarCirkel boats’ (vandaag begint de landing met groep 2). Het is een fantastisch gevoel om tussen alle Gentoo-pinguins te kunnen wandelen. Onze aandacht wordt getrokken door een moeder met haar jong dat gisteren pasgeboren werd. Een beetje verder ligt een enorme zeerob te zonnen (wat een plage!). We hebben – net zoals alle andere passagiers – maar één uurtje om aan wal te blijven. Tijd is relatief, dat wordt hier nog maar eens bewezen (het uur is voorbij en we hebben het gevoel nog een heleboel gemist te hebben). We mogen de vogels maar tot vijf meter benaderen (uitgezonderd als zij zelf ons naderen). De schattige dieren blijven heel rustig, sommigen komen zelfs op ons toegelopen en kijken nieuwsgierig in de lens van het fototoestel. De IAATO (International Association Antarctica Tour Operators) heeft strenge richtlijnen opgesteld (zie hierboven de 5 meter regel), zo moeten we bijvoorbeeld de pinguïns steeds voorrang geven – van rechts of ban links, dat speelt hier op dit uitzonderlijke continent absoluut geen rol – en mogen we nooit hun ‘snelweg naar de zee’ kruizen. Deze snelweg is de weg die ze afleggen om naar zee het nodige voedsel voor hun broedende partner te halen (zowel mannelijke als vrouwelijke pinguïns broeden beurt om beurt. Wat verder bewonderen we een, in verhouding tot de pinguïns, een reusachtige zeerob. Dit enorme dier ligt rustig te zonnen, rekt zich uit, wrijft zijn achterpoten over elkaar en…trekt zich niets aan van de blikken van de bezoekers. Een ding staat vast, deze dieren hebben geen angst…van niemand.

13:00 – Terug aan boord voor de lunch en afvaart naar Deception Island.

Pas om 17:30 kunnen we van boord (gezien de volgnummers van de verschillende groepen). Onze getrouwe ‘PolarCirkel boats’ brengen ons naar Deception Island is een atol ontstaan door een vulkaanuitbarsting. De Britten en de Chilenen hadden er een nederzetting. Momenteel ogen deze locaties als een spookstad zoals we die kennen uit oude westerns. Oude vervallen keten, verroeste onderdelen van vergane schepen, oude petroleum opslagsilo’s waarvan sommige, door erosie, met gaten doorboord. Wat verder, en dat getuigt dan van een nog verder verleden op het eiland, vinden we verrotte sloepen, doorgezakte palen van wat weleer de hoeksteunen van houten keten moet zijn geweest. Dit allemaal stille getuigen van een roemrucht verleden. Maar de grootste impressie geeft nog altijd de verweerde stukken skelet van walvissen, walvissen die nooit het privilege hebben gehad hun stille dood, eenzaam en alleen, te kunnen ondergaan.

Een klim langs de steile kraterwand brengt ons op de kam van de vulkaan en bied ons een prachtig zicht op de muur van ijs waar het vasteland van Antarctica met de zee in contact komt.

Na de afdaling en een lange wandeling door het fijne, zwarte, vulkanische gesteente wordt aan diegenen die het wensen de kans geboden een duik in het koude antarctisch water te nemen. Wat ikzelf met het grootste plezier ook heb gedaan. Na deze bad-partij namen we een opwarming in het warme water van de vulkanische ondergrond (je hoeft maar 20 cm de graven en het warme water borrelt zo op). Een aquavit is voor ons al een mooie en smakelijke opsteker. Minder eenvoudig en comfortabel (we zitten tenslotte op Antarctica) is het aan- en uitkleden want de enige geboden accommodatie is een mooie witte handdoek (mooi afstekend tegen de zwarte lava kiezel maar na enige tellen is de witte badstof harmonieus één met ondergrond.

Vrijlaat brengen de boten ons terug naar het schip waar we – opnieuw – van een lekker buffet (free seating) kunnen genieten. Een aangename avond sluit deze prachtige, eerste Antarctica dag af.



DAG 13 > ZONDAG 26.12.2004 – PORT LOCKROY – NEKO BAY

‘Zwanen met rare vormen pikten naar onze planken… Een gondel bestuurd door een giraf stak ons de loef af tot het grote amusement van een eend die op de kop van een krokodil zat. Al die vreemde, fantastische vormen rezen en vielen in statige kadans met een roestend fluisterend geluid en holle echos over de dof kloppende wateren.’’

Frank Worsley, Shackleton's, describing icebergs.


08:30 – Na het doorvaren van de ‘Gerlache Strait’ (op deze zeldzame ogenblikken, wanneer tijdens hebben we Port Lockroy bereikt. Bar slecht weer met laaghangende wolken en lichte neerslag) Huidige situatie latitude 64° 50.70 South, longitude 63° 38.30 West. 5 Beaufort (12 m/s = 42 km/uur) en 8° Celsius. We brengen hier een 30 minuten durend bezoek aan ‘Base A’, een gewezen Britse basis, momenteel een klein museum annex shop (ideaal om van hieruit een prentkaart mét afstempeling van Antarctica naar het thuisfront te versturen).

Tijdens de lunch vertrekt het MS Nordnorge opnieuw, doorheen de ‘Neumayer Channel’ en met de hoop de ‘Lemaire Channel’ in te varen (de Garlache heeft dit kanaal naar Lemaire genoemd als erkentelijkheid voor het ontdekkingswerk dat hij in Kongo verrichtte). Het doel van dit traject is (Peterman Island). Na ongeveer 3 kilometer varen in het ‘Lemaire Channel’ vernomen we het slechte nieuws. Het ‘Lamaire Channel’ raakte stilaan dicht door de opeenstapeling van pakijs. Via de boordradio werd vernomen dat een passagiersschip in dit pakijs vastzat. Erge problemen brengt deze situatie niet teweeg, ze is alleen netelig aangezien het schip moet wachten op hulp van een ijsbreker. Na één dag zwoegen is het probleem opgelost (geen probleem voor de catering, enkel…de passagiers zien één dag van deze fantastische reis verloren gaan. De kapitein nam de enig mogelijke beslissing, namelijk op onze stappen terugkeren en een alternatief voor deze verloren excursie vinden. En die werd gevonden. We keren op onze stappen terug (noordwaarts) en gaan voor anker in de ‘Neko Bay’. Een baai rechts van een grootse gletsjer. Deze kale rotsformatie wordt enkel bewoond door kleine kolonie Gentoo-pinguïns. Weer zitten een massa vogels op hun eieren te broeden en laat zich onze nieuwsgierige blikken welgevallen. Het is slecht (heel slecht) weer. In de verte horen wij een geluid als een enorm kanonschot gevolgd door een dof gerommel. Het blijkt het afkalven en een stuk van de gletsjer. Even later zien wij de vloedgolf over het water rollen. Op het strand (!) maken de staande pinguïns zich uit te voeten want het aanzwellende water stort zich op de droge kiezels. De zomer doet zijn werk en de warmte zal nog ettelijke kubieke meter ijs in zee doen storten. Eens de winter (binnen 6 maanden) begint zal de bittere koude ervoor zorgen dat nieuw ijs wordt aangemaakt. De felle wind en de gutsende ijsregen nopen ons terug aan boord te gaan. Droge kleren aantrekken, een hartverwarmende oorlam (=dagelijks rantsoen jenever van de zeeman) gevolgd door een deugddoend buffet en de avond kan niet meer stuk.

Onze huidige situatie is de volgende: latitude 64° 50.42 South, longitude 62° 31.90 West. 2 Beaufort (3 m/s = 11 km/uur) en 4° Celsius.

21:00 – Het schip ligt het anker en zet koers naar ‘Paradise Harbour’ waar we twee uur later zullen aanleggen.

23:15 – We liggen voor anker vóór ‘Paradise Bay’. Vanuit deze baai vertrekt morgen onze eerste landing.

Door het barre weer is het grijs en somber en er valt een hevige sneeuwbui. Het is opmerkelijk hoe, ook bij grijs weer en donkere wolkenlagen de ijs- en sneeuwmassa’s zo een heldere gloed geven. Deze gloed die hel afsteekt tegen de semi-duisternis geeft iets irreëel aan het landschap. Voor we de nacht in gaan halen we nog even een frisse neus op het dek. Rondom ons drijven ontelbare ijsbergen, van allerlei vormen, groottes en kleur…een mooi schouwspel.



DAG 14 > MAANDAG 27.12.2004 – PARADISE BAY & CUVERVILLE ISLAND

‘Ik word altijd wakker met bij eerste ijsgekraak.’

Joe E. Lewis (1902-1971)


03:00 – De sneeuwbui neemt in alle hevigheid toe. We zien geen oever meer en zouden kunnen denken dat het schip ergens midden de Drake Passage ligt. Niets is minder waar. Nu pas voelen we hoe hulpeloos we kunnen zijn in een gebied waar – buiten onze bemanning en medepassagiers – geen mens (maar wel een enorme aanwezigheid van prachtige dieren) te bespeuren valt.

06:30 – De zon schijnt in alle sereniteit en het spektakel is te mooi om binnen te blijven. Op het dek ligt een 5 cm dikke, ongerepte sneeuwlaag. Het water, met een dunne, in stukken geslagen ijslaag lijkt op de gebroken glans van de ogen van een dode vis.

Eerst nog even onze positie weergeven. Latitude 64° 51.81 South, longitude 62° 49.82 West. 3 Beaufort (7 m/s = 25 km/uur) en 3° Celsius.

08:00 – De naam ‘Paradise Bay’ (officieel Paradise Harbour) werd door de oude walvisjagers aan deze prachtige omgeving gegeven omdat zelfs zij deze uitzonderlijke schoonheid niet konden ontkennen. Het was wachten tot de ‘Polar Star’ (Russisch passagiersschip), die in de baai voor anker lag, plaats ruimte. Het expeditie team heeft ondertussen alles in gereedheid gebracht om de landingen vlot te laten verlopen. De rudimentaire trappen die naar de oude, verlaten Argentijnse basis ‘Almirante Brown’ worden met schoppen sneeuwvrij gemaakt. Deze Basis werd op 12 april 19884 door de wetenschappelijke leider in brand gestoken omdat hij het niet meer aankon nog een winter langer in deze erbarmelijke situatie te moeten werken en leven.

08:30 – Groep 8 (wij zijn pas groep 10) is pas afgeroepen om aan land te gaan. Wij moeten dus nog even wachten. Elk vrij moment probeer ik te benutten om dit verslag verder af te werken en/of mijn beeldmateriaal aan te passen en te verwerken. De zon is terug verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een nieuwe sneeuwval. Ons wachten wordt beloond en wanneer we uit onze PolarCirkel stappen genieten we opnieuw van spectaculaire verzamelingen Gentoo-pinguïns. De kans wordt geboden tot boven de heuvel te klimmen en dan – met een plastic zak onder je achterste – de besneeuwde helling af te glijden. Zover ben ik niet gegaan en vergenoegde me met het observeren van het komische gedrag van onze nieuwe vrienden, de pinguïns. Bij het opnieuw instappen werd ons een blik achter de baai gegund. Een zestal zeerobben liggen genoegzaam – op een ijsberg – te zonnen en laten zich onze nieuwsgierige blikken welgevallen. Onze PolarCirkel brengt ons vervolgens tot onder een steile klif. Hoog boven ons, op smalle richels, ontwaren we verschillende nesten met Cormorants (of shags, prachtige stormvogels). Een snelle vaart naar het schip doet ons – mede de snijdende zeewind – tot in ons merg verkleumen. Eenmaal aan boord neemt de kilte van onze ledematen plaats voor een aangename warmte in onze ziel. Zoveel pracht is ons in het verleden zelden gegund.

Na de lunch staat onze tweede excursie (de zesde op Antarctica) van vandaag op het programma.

Het eiland waar we nu aanleggen werd in 1899 door onze landgenoot de Gerlache (met zijn ‘Belgica’) ontdekt en genoemd naar JMC Cavalier de Cuverville, een Vice-admiraal bij de Franse Marine. Dit eiland herbergt verschillende kolonies Gentoo-pinguïns. Vertederend is te zien hoe deze fijne dieren hun kronkelende, zigzaggende ‘Highway’ gebruiken om, traag, naar boven te klimmen. Wankelend stappen ze gezwind naar boven en houden soms halt om gedurende een paar minuten op adem te komen. Eens boven zijn er – terwijl andere soortgenoten op de rotsformaties liggen te broeden – als speelse kinderen op hun buik te flank afglijden. Anderen ‘einzelgangers’ verkiezen een sluipweg te nemen en trappelen door de hoge sneeuw. Het lijkt hier wel, ‘lachen, rennen, vallenen weer opstaan’. Ze vermaken zich kostelijk en het is voor ons uiterst grappig dit allemaal te kunnen meemaken.

Hier is – opnieuw – het fenomeen merkbaar dat de pinguïn kolonies maar 2 verkeersregels hebben: namelijk de volgende. Regel 1: een pinguïn heeft ‘altijd’ voorrang. Regel 2: indien niet treedt regel 1 in voege.

De uitvoering van deze regels merken we opnieuw aan het grof keienstrand. De lieve dieren komen uit zee en weigeren obstinaat ons pad te kruisen. Indien wij (in hun ogen wezens van ondergeschikte orde) geen rekening met hun gedrag houden keren ze ons hautain de rug en springen, met hun twee pootjes tegelijk, terug de zee in. Hun beurt komt wel. Prachtig om dit allemaal te kunnen zien…tot onze beurt om terug met De PolarCirkel naar het MS Nordnorge te varen.

Tijd om even onze situatie door te nemen en dan merken we aan onze situatie dat stilaan de richting noordwaarts wordt ingeslagen.

18:00 – Wij bevinden ons op - Latitude 64° 40.27 South, longitude 62° 37.39 West. De weersomstandigheden zijn de volgende: 3 Beaufort (7 m/s = 25 km/uur) en 3° Celsius.

De wind steekt op en ergo is de zee woelig, zeer woelig. De belooft voor vannacht wanneer we – in noordelijke richting – in volle zee gaan om tegen morgen vroeg de South Shetland Islands te bereiken. Voor wie het nodig heeft is het nu geraadzaam de nodige Touristel-pil te slikken.



DAG 15 > DINSDAG 28.12.2004 – HALF MOON ISLAND & HENRYK ARCTOWSKI STATION

‘Wacht jij maar. Iedereen heeft een Antarctica.’

Thomas Pinchon


07:30 – Wij zijn net aangekomen op Half Moon Island en bevinden ons nu op volgende coördinaten > Latitude 62° 35.52 South, longitude 59° 54.14 West (-62.59200, -59.90233).

De weersomstandigheden zijn de volgende: 5 Beaufort (10 m/s = 36 km/uur) en 5° Celsius.

‘Half Moon Island’, dit eiland is – hoe kan het ook anders – halvemaanvormig en ligt in de bocht die de ingang vormt naar ‘Moon Bay’ aan de oostzijde van ‘Livingstone Island’. We merken er de resten van een vermolmde houten sloep van de gewezen Noorse walvisjager ‘Governoren’. Deze getuigenissen van een vroegere zee-activiteit ligt op het strand onder de belangrijke kolonie van Chinstrap-pinguïns. Deze schattige, vertederende dieren blijven ons steeds maar verwonderen en amuseren. Met niet aflatende ijver blijven ze maar – langs hun eigen snelweg – voedsel voor de broedende partner aanbrengen. Anderen vermaken zich kostelijk met, op hun buik, de hellingen af te slieren om daarna terug krampachtig te berg op te kwakkelen. Bijkomende dramatisch aspect is het volgende. In 1961 strandden op deze plaats 21 toeristen. Omdat hun landingsboot van de ‘Lapataia’ stuk raakte zaten ze hier 3 volle dage geblokkeerd. Ter loops: Onze bemanning heeft, bij het aan wal gaan, steeds de nodige rantsoenen en overlevingspakketten mee. Alles is tot in het kleinste detail geregeld.

16:30 - Na de lunch bereiken we de Poolse wetenschappelijke basis ‘Henryk Arctowski’ (Arctowski, een Poolse geoloog, kwam in 1897 samen met de 'Belgica’ van de Garlage naar Antarctica). Deze Poolse basis werd in 1977 geopend en er werken 11 personen.

Op ‘King Georges Island’ (dat officieus als de hoofdstad van Antarctica aanzien wordt) zijn 8 landen - waaronder Polen - met wetenschappelijk onderzoek bezig. 10% van haar oppervlakte is ijsvrij. Wat ons op dit ogenblik echter het meest boeit zijn de belangrijke kolonies van Gentoo- en Adeliae-pinguïns aantreffen. Wat verder liggen een paar luie zeerobben in volle glorie van de zon te genieten. De aanwezigheid van zeeleeuwen en zeeolifanten wordt alleen bevestigd door hun luid gebrul…te zien krijgen we ze niet. Niet onbelangrijk zijn de massa’s mos vlakten (zo belangrijk voor de lokale fauna).

Even indrukwekkend zijn de botten en beenderen van de eertijds geslachte olifanten. Getuigenissen van een - nog niet zo ver in het verleden – gruwelijk maar noodzakelijke bezigheid. Bij het afscheid hebben we de kans een (klein en bescheiden) bezoek te brengen aan de leefwereld van deze Poolse wetenschappers die hier nuttige onderzoek doen. We kunnen alleen hopen dat – wanneer de internationale akkoorden over Antarctica eindigen – hun werk niet voor niets is geweest.

18:00 – Terug aan boord. We nemen de tijd om even onze ligging te checken. Onze coördinaten zijn de volgende: Latitude S 62 9.536, longitude W 58 27.919 (-62.158929,-58.465312).

Het weer: 6 Beaufort (10 m/s = 36 km/uur) en 2° Celsius.



DAG 16 > WOENSDAG 29.12.2004 – ELEPHANT ISLAND & POINT WILD 

‘Als tachtig percent van de aarde bedekt is met water, hoe komt het dan dat er zoveel van is tussen de zuidelijke Shetland eilanden en het Beagle kanaal?’.

Jim Garlinghouse


07:00 – De intercom maakt ons attent dat we binnen een paar minuten aan bakboord ‘Elephant Island’ en aan stuurboord ‘Clarence Island’ zullen voorbij varen. Maar de meest belangrijke mededeling is wel het feit dat we op enkele meters afstand langs twee enorme tafelijsbergen varen. Enorme gevaartes.

We bevinden ons momenteel: Latitude 61° 30.73 South, longitude 54° 44.39 West.

Het weer: 2 Beaufort (3 m/s = 11 km/uur) en 3° Celsius. Onze koers ligt op 255° en de vaarsnelheid is 16,3 knopen.

Wat verder noordwaarts komen we inderdaad bij ‘Elephant Island’, de meest beruchte plaats op Antarctica en het oord waar in 1915 tweeëntwintig opvarenden van Shacklaton’s ‘Endurance’ strandden nadat hun schip doorheen het pakijs van de Weddell zee was geraakt. Zij overleefden – onder 2 omgedraaide reddingssloepen – 135 dagen tot de komst van hun chef en redder Sir Ernest Shackleton.

We zetten verder koers Noordnoordwest richting ‘Point Wild’, weer een naam als een klok. ‘Point Wild’ wordt genaamd naar Frank wild, tweede in bevel van de ‘Endurance expedition’. Deze rotspiek, uit de zee rijzend heeft voor alle ‘Antarcticans’ dezelfde betekenis als kaap Hoorn voor alle zeelieden, een begripvol baken. Op deze rots staat een monoliet en gedenkplaat ter herinnering aan hun redding op 30 augustus 1916 door de bemanning van de Chileense cutter ‘Yelcho’ onder het bevel van kapitein Pardo.

Op ‘Elephant Island’ huizen verschillende kolonies Chinstrap-pinguïns en zeer oude mos vlakten van méér dan 2000 jaar oud (soms halen die moslagen een diepte van meer dan 3 meter.

08:50 – Met een laatste blik op dit indrukwekkende oord verlaten we definitief Antarctica en zetten onze koers verder, doorheen de ‘Drake Passage’ naar Ushuiaia.

09:30 – Voor een laatste maal worden we op een ontzettend aangename manier met Antarctica verbonden. Aan stuurboord glijden we geruisloos langs een verbijsterend grote tafelijsberg. Stil en langzaam glijdt ons schip, op korte afstand, langs deze tot stilte gebrachte watermassa. Onze kapitein stuurt het schip langs stuurboord en schuift langs de voorzijde van deze kolos en kunnen we zo een idee krijgen wat voor een enorme blok hier voor ons ligt.

30 meter hoog, 250 meter lang en 100 meter breed…en zeggen dat dit maar het letterlijke puntje van de ijsberg is. Hier en daar in de flank ontwaren we een heldere felblauwe gloed, alsof de ijsblok is bewoond door een of andere eigenaardige, niet menselijke wezens die hun geheimzinnig licht hebben ontstoken om ons iets duidelijks te maken, om onze aandacht te trekken, om hun aanwezigheid te manifesteren…of…zou het niet kunnen zijn?

Als we even kunnen tellen (nuchtere cijfertjes behandelen na al deze fantastische mooie, natuurlijke ervaringen ervaar ik als ketterij, maar het is een noodzaak) blijkt dit zichtbare gedeelte van deze blok een inhoud te hebben van niet minder dan 750.000 m³ wat dan weer betekend dat de zee nog eens 6.750.000 m³ (zes miljoen zevenhonderdvijftigduizend kubieke meter) verbergt. Van dit enorme ijsblok kunnen we enkel nog een tiental meter diep in het heldere water de turkooise schijn van het zuivere ijs ontwaren.

Dit is wel degelijk een mooie aanblik om op een emotionele manier afstand van Antarctica te nemen.

Nu zijn we definitief op weg naar deze andere wereld die de onze is. Hoe zullen we het ervaren, nà 10 dagen op zee en bezoeken aan een mythisch, ongekend continent terug in contact te komen met de realiteit. Hoe zullen we het ervaren auto’s te zien, bomen, straten? Kortom, hoe zullen we de ervaring ondergaan in een wereld waar niets in harmonie met de natuur staat en waar alles even jachtig en doelgericht is, waar niets mag maar alles moet, waar de mens centraal staat in dienst van de economie en de macht? Hoe zullen de botsing met deze wereld ondergaan…deze wereld die de onze is.

Antarctica ligt voorgoed achter ons en ik zal deze ‘Voyage of Discovery’ blijven koesteren als een getuigenis en pogen om onze wereld menselijker te maken en opnieuw in een -  weliswaar delicaat  - evenwicht met de natuur te brengen. Als afscheid wil ik enkel nog een poging doen om de mensen op te roepen nog meer respect voor onze natuur te betonen. Antarctica is wel degelijk het laatste stukje aards paradijs. Maar ik vrees…

 

13:00 - Hevige zee. Men voelt de boeg van het schip, als met een reuzehand, opgetild worden om daarna zeer snel in zee te dalen waar het met een geroffel het watervlak raakt. Indrukwekkend.

14:00 – Lezing: ‘Pinguins those from the other side’ (Eng), door Manuel Marin.

15:30 – Lezing: ‘The Surviver’ (Eng), door Jim Garlinghouse.

17:00 – Lezing: ‘Who saw Antarctica First’ (Eng), door Ian Stone.

18:30 – Bespreking over het verloop van volgende dag.

20:30 - Dinner



DAG 17 > DONDERDAG 30.12.2004 – DRAKE PASSAGE

‘Oud-soldaten praat geeft me een gewezen Antarctisch gevoel. Onverzuurd en met perfect bewaard gebleven idealen zouden ze de wereld kunnen zuiveren.’

Apsley Chelty-Garrard


07:00 – De weersomstandigheden zijn nog steeds zeer mistig en de zee is – zoals verwacht – woelig.

10:00 – De wind neemt toe waardoor de mist wordt weggeblazen maar de zee nog woeliger wordt. De zon breekt door

Dit is een ideale dag om mijn logboek verder bij te werken. Het werken wordt bemoeilijkt door de deining van het schip. Het lijkt of ik soms de toetsen amper raak of anders – wanneer het schip naar bakboord rolt ik de toetsen met een harde klap martel.

15:00 – De zee wordt kalmer en het werken wordt er enigszins door vergemakkelijkt.

16:00 – Het wordt stilaan tijd om ons te organiseren en onze valiezen te pakken. Deze moeten in het gangpad klaarstaan tegen 22.30.

20:30 – Captains Dinner. Een uitslover. Lekker eten met een prachtige toespraak door de kapitein. Het waren wel inderdaad ontroerende momenten. Om het plaatje volledig te maken kwamen er – op dat ogenblik ‘Beaggle Channel’ binnenvarend (en dus definitief afscheid namen van ‘Drake Passage en dus ook van Antarctica) – een groep van een zevental dolfijnen ons als het ware uitwuiven. Met enorme sprongen stegen ze uit het water in een perfect geoliede cadans. Een ‘farewell’ om nooit te vergeten.

22:30 – Hoogtijd om ons naar onze cabine te begeven. Onze bagage zal binnen enkele ogenblikken worden afgehaald en naar het autodek gebracht worden.

23:00 – Onze laatste nacht aan boord. MS Nordnorge wordt een begrip en Antarctica een filosofie.



DAG 18 > VRIJDAG 31.2004 – USHUAIA & BUENOS AIRES

05:00 – Zoals gepland op het voorziene uur in ‘Ushuaia, Fin del mundo, principio de tode’ (Ushuiaia, end of the world, beginning of everything. San Silvester, de laatste dag van het gezegende jaar 2004.

Het geeft een vreemd gevoel straks, in Buenos Aires, nieuwjaar te vieren. Een feest dat wij associëren met koude en kilte (In het slechtste geval smeltende sneeuw en ijs in België). Dit zullen we hier allemaal niet hoeven te ondergaan onder een subtropische zon en temperaturen van 35° Celsius.

Waarschijnlijk een extreme ervaring. De geplande vluchtduur van 04:00 bleek gelukkig niet zolang uit te vallen en werd beperkt tot een vlucht van amper 03:10 (?). Bij het uitstappen bleek alles te kloppen. Onder een loden zon en in een chaotische sfeer was het wachten en zoeken naar onze bagage. Iedereen diende voor zichzelf te zorgen. Alle deelnemers aan groepen (Adac, Norden, Bentours, etc) liepen als kiekens zonder kop rond en bleven ratelen alsof ze hun kop nog op hun lijf hadden.

Ik verwittigde de verantwoordelijke van C&O in ter plaatse, zocht onze bagage op en nam een taxi, rechtstreeks naar het hotel (de voorziene stadsrondrit deed ik tenslotte, liever op mijn eigen houtje, vanmiddag. Inderdaad was dit de beste oplossing en waren we in de kortste keren in het hotel. En konden we onze kamer betrekken.

Het lag in mijn bedoeling de sfeer van oudejaar in de typische wijk ‘La Boca’ op te snuiven. Het ging er erg luidruchtig aan toe, voetzoekers in alle mogelijke sissers, knallen en kleuren.